Leerdoel vaardigheid: Rapporteren
Je bent in staat de richtlijnen van de opleiding op het gebied van schriftelijk rapporteren toe te passen.
Persoonlijke doelstelling: Omdat ik vrij weinig ervaring heb op het gebied van rapporteren hoop ik in juni 2015 een juiste basis ontwikkelt te hebben op het gebied van rapporteren. Uiteindelijk wil ik bereiken dat mijn mini scriptie aan het einde van het jaar voldoet aan de schriftelijke rapporteisen.
Wat is rapporteren? Rapporteren is het maken van een bepaald verslag, waarbij er rekening gehouden wordt met de bepaalde eisen waaraan een rapport zich moet voldoen.
Waar stond ik aan het begin van het schooljaar? Aan het begin van het schooljaar had ik vrijwel geen ervaring met rapporteren. De opbouw van werkstukken, zoals het profielwerkstuk in HAVO 5, waren gebaseerd op hoe ik het het liefste wilde. Ik had nog geen idee welke eisen er allemaal verbonden zaten aan rapporteren.
De socrative-toets die over rapporteren ging, heb ik helaas niet gehaald. Met mijn 5,3 kwam ik net tekort. Daarom vind u hieronder het bewijs dat ik wel voldoet aan de eisen die schriftelijk rapporteren hanteert:
Starr-reflectie Scriptie Jaar 1
Aan het einde van het eerste jaar Communicatie, wordt er aan de studenten gevraagd om een mini-scriptie te schrijven over een onderwerp naar keuze. Deze scriptie moet uiteraard wel een communicatievraagstuk bevatten.
Ik had het onderwerp product placement (sluikreclame) gekozen voor mijn scriptie. Aan deze scriptie heb ik de afgelopen weken hard gewerkt en ik heb heel erg op de eisen gelet die geëist wordt aan schriftelijk rapporteren.
Nu de scriptie af is, vind ik hem er erg professioneel uitzien. Zo professioneel zag een 'werkstuk' er nog nooit uit bij mij. Meneer Scheerder, onze scriptie-begeleider, wilde echter dat we onze naam wel op de voorpagina zette. Hierdoor heb ik mij aan 1 klein regeltje niet gehouden.
Verbetering foute antwoorden in de toets
Vraag 9. Een witregel tussen de alinea's is verplicht. Gegeven antwoord: Niet waar. Goed antwoord: Waar. In de scriptie is ook te zien dat ik tussen elke alinea een witregel gebruik.
Vraag 12. De literatuurlijst is op chronologische volgorde van de tekst gerangschikt. Gegeven antwoord: Waar. Goed antwoord: Niet waar. De literatuurlijst is op alfabetische volgorde gerangschikt. Mijn literatuurlijst is ook gerangschikt op alfabetische volgorde.
Vraag 17. In de reader wordt er gesproken over structuuraanduiders in hoofdstukken. Leg uit wat hiermee bedoeld wordt. Gegeven antwoord: Structuuraanduiders worden gebruikt om structuur aan te brengen. Onder structuuraanduiders vallen voetnoten en citaten. Goed antwoord: Om er voor te zorgen dat de lezer de grote lijn (structuur) van de scriptie kan begrijpen is het handig als om strucuuraanduiders in hoofdstukken aan te brengen. Het verwijzen naar eerdere alinea's en conclusies trekken uit elk hoofdstuk helpt ook bij het aanbrengen van structuur. In mijn scriptie gebruik ik structuuraanduiders, zoals het becijferen van mijn hoofdstukken. Ook verwijs ik soms terug naar een eerder hoofdstuk.
Vraag 20. Hieronder staan de vuistregels van correct bronvermelding. Welke hoort hier niet thuis en is dus incorrect?Gegeven antwoord: Neem bij een parafrase (in eigen woorden geformuleerde tekst) of een citaat ter plekke een correcte verwijzing naar de bron op en vermeld uitgebreide informatie over de bron op een andere plek: in de literatuurlijst (of in een voetnoot, afhankelijk van de afspraak binnen de opleiding). Goed antwoord: Citaten die geschreven zijn in een andere taal dan de taal van het rapport, vertaal je naar de taal waarin het rapport geschreven is.
Vraag 21. Aan het einde van het rapport worden de bijlagen toegevoegd. Wat noteer je bij de bijlage om een duidelijke identificatie voor de lezer te maken? Gegeven antwoord: De titels van de bijlagen, zodat de lezer makkelijk kan vinden bij welke bron hij/zij moet zijn mocht hij zo'n bron willen raadplegen. Goed antwoord: Vermeld bovenaan de bijlage het nummer, de titel en indien nodig aan de einde van de bijlage een bronvermelding als de informatie van anderen afkomstig is.
Vraag 23. Het maken van een correct hoofdstuk en paragraaf benamingen wordt toegelicht in de reader. Waar moet je op letten bij het opstellen van hoofdstukbenamingen? Gegeven antwoord: Dat je de hoofdstukken een niet te lange naam geeft. Goede antwoord: Zijn de hoofdstukken en paragrafen in minimaal twee paragrafen of subparagrafen onderverdeeld.
Vraag 26. De inleiding heeft een hoofdstuknummer. Gegeven antwoord: True Goed antwoord: False
WAAR STA IK NU?
Dankzij het schrijven van de scriptie heb ik enorm veel ervaring opgedaan op het gebied van rapporteren. Ik heb mij netjes aan de schriftelijke rapporteisen gehouden die gehanteerd worden. Dankzij het schrijven van een scriptie heb ik nu een juiste basis weten te leren, die ik voortaan ga toepassing op elk verslag dat ik moet maken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb